Reactie Zelfstandigen Bouw
Zelfstandigen Bouw heeft met verbazing kennis genomen van het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden. Verbazing omdat de voorgestelde oplossingsrichtingen voorbij gaan aan het kernprobleem van de wet DBA. Dit wetsvoorstel suggereert dat het probleem gelegen is in een onvoldoende heldere wettelijke definitie van de arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW). De veelvuldige jurisprudentie van de afgelopen decennia hierover geeft daarentegen voldoende helderheid over wanneer sprake is van een arbeidsovereenkomst of niet. Het wetsvoorstel draagt niet bij aan extra verheldering. Integendeel, de voorgestelde criteria als ‘inbedding’ en ‘kernactiviteit’ zullen juist bijdragen aan de roep om meer jurisprudentie.
Al vrij snel na de invoering van de wet DBA ontstonden er twee problemen:
Zelfstandigen Bouw was in de veronderstelling dat dit wetsvoorstel beide problemen zou tackelen. Dat is echter niet het geval. De gewenste duidelijkheid/zekerheid vooraf aan werkgevenden en werknemenden komt er niet. De (subjectieve) weging van alle relevante elementen om te komen tot een beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst is uiterst complex en niet vooraf te beoordelen. De workload van de Belastingdienst zal ook eerder groeien dan afnemen door de voorgestelde nog complexere toetsing. Met alle gevolgen voor dien voor de zo noodzakelijke daadwerkelijke aanpak van schijnconstructies.
Het wetsvoorstel geeft echter een uitstekend middel om wel te komen tot duidelijkheid vooraf en handvaten voor een reële handhaving. Dat is het voorstel om te gaan werken met een rechtsvermoeden dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst als de werkende een uurtarief van ten hoogste € 32,24 ontvangt. Ronduit absurd vindt Zelfstandigen Bouw dat uitsluitend de werkende dit rechtsvermoeden kan inroepen. Juist de Belastingdienst zou hiermee een uitstekend objectief middel in handen kunnen krijgen om tot een gerichte en daadwerkelijke aanpak van schijnconstructies te komen. Het is Zelfstandigen Bouw een raadsel waarom de Minister niet ook de Belastingdienst dit middel geeft om in te roepen richting de werkgevende.
In de Memorie van Toelichting worden mooie woorden gewijd aan de aanleiding voor dit wetsvoorstel. Dat wordt als volgt verwoord: “Het overkoepelende thema daarbij is de noodzaak van een hervorming van de arbeidsmarkt, om zo te zorgen voor een betere balans tussen zekerheid en wendbaarheid op de arbeidsmarkt en voor een toekomstbestendige sociale zekerheid.” Zelfstandigen Bouw onderschrijft deze doelstelling van harte. Tegelijkertijd zien wij een grote discrepantie tussen het beoogde doel en de voorgestelde maatregelen. Zoals hierboven beschreven geeft dit wetsvoorstel geen zekerheid over de rechtspositie van de werkenden. In plaats van een stormloop aan nieuwe gerechtelijke procedures om te komen tot duidelijkheid over de nieuwe criteria ‘inbedding’ en ‘kernactiviteit’ zijn heldere objectief meetbare criteria nodig om te komen tot zekerheid. De zekerheid van werkenden wordt ook ernstig aangetast als opdrachtgevers – vanwege het gebrek aan duidelijkheid en zekerheid – hun toevlucht zoeken in uitzend- en detacheringsconstructies. Een toekomstbestendige sociale zekerheid komt nog verder onder druk te staan als werkenden noodgedwongen telkenmale een beroep moeten doen op de sociale zekerheid in de perioden tussen het ene uitzendcontract en het volgende contract voor bepaalde tijd. Het gebrek aan menskracht bij de Belastingdienst om de naleving van deze wet af te dwingen – los van het feit dat de Belastingdienst een immense workload krijgt door alle arbeidsrelaties op de relevante criteria te toetsen en te wegen – zal met zich meebrengen dat de aanpak van schijnconstructies een wassen neus is en blijft.
In de Memorie van Toelichting wordt gesproken over het element van ‘werkzaamheden behoren tot de kernactiviteit van de organisatie’ als een element van organisatorische inbedding dat weer als toetsingselement zal worden toegepast bij de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dit element zou volgens de MvT aan de jurisprudentie zijn ontleend. Zelfstandigen Bouw ontkent dit laatste met kracht. Weliswaar kan de advocaat-generaal in de zaak Deliveroo deze opvatting huldigen; het feit dat de Hoge Raad dit element niet heeft overgenomen, toont aan dat het element ‘kernactiviteit’ niet is gestoeld op jurisprudentie.
Naar de opvatting van Zelfstandigen Bouw kan het verrichten van kernactiviteiten van de werkgevende geen relevant element zijn bij de beoordeling van de arbeidsrelatie. Het verrichten van timmerwerk door een zelfstandige in opdracht van een timmerbedrijf an sich zegt niets over de aard van de arbeidsrelatie. Als dit wel het geval zou zijn dan dient ook de consequentie te zijn dat de medewerkers van een klein timmerbedrijf dat in opdracht van een andere (groot) timmerbedrijf timmerwerk verricht, in dienst zijn van het (grote) timmerbedrijf dat de werkzaamheden uitbesteed. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van dit wetsvoorstel! Of behelst dit wetsvoorstel om bedrijven zonder personeel anders te behandelen dan bedrijven met personeel?
Het kernprobleem van schijnconstructies is naar de mening van Zelfstandigen Bouw gelegen in het feit dat de zwakkeren op de arbeidsmarkt worden uitgebuit. Of genuanceerder verwoord: de zwakkeren op de arbeidsmarkt noodgedwongen in een situatie worden gemanoeuvreerd van een laag inkomen krijgen zonder enig sociaal vangnet. Lovenswaardig dat dit wetsvoorstel hiertegen in actie in komt. Het getuigt echter van een gebrek van enig realiteitszin – of anders gezegd van een ‘studeerkamergeleerdheid’ - waarbij de harde werkelijkheid – bewust of onbewust – wordt ontkend, door te denken dat de situatie van deze zwakkeren wordt opgelost door ze in een beschermde situatie van de arbeidsovereenkomst te laten stromen. Dit denken gaat geheel voorbij aan de oorzaak van de ontstane situaties van schijnconstructies. Het sluit ook de ogen voor de risico’s van nieuwe (illegale) constructies die gaan ontstaan en waarvan diezelfde zwakkeren op de arbeidsmarkt wederom de dupe worden. Het durven erkennen dat het kernprobleem gelegen is in een volstrekt verouderde wetgeving op het gebied van arbeidsrecht en sociale zekerheid gecombineerd met te forse fiscale lasten op arbeid, is nodig om tot structurele oplossingen te komen.
Naar de opvatting van Zelfstandigen Bouw slaat de Minister met dit wetsvoorstel de plank mis. Het kernprobleem dat ten grondslag ligt aan schijnconstructies wordt met de voorgestelde maatregelen niet weggenomen. Het zal daarentegen de overgrote meerderheid van echte zelfstandig ondernemers in een positie brengen die afbreuk doet aan hun vrijheid van ondernemen en de zekerheid en wendbaarheid aantasten, die zij in hun onderneming hebben opgebouwd.
Zelfstandigen Bouw heeft de overtuiging een goed beeld te hebben van de belangrijkste kenmerken die zich in praktijk voordoen bij schijnconstructies. In het overgrote merendeel van schijnconstructies en schijnzelfstandigen is sprake van een lage beloning. Vaak in combinatie met een langdurige relatie tussen schijnopdrachtgever en schijnopdrachtnemer, waarbij de schijnopdrachtgever vaak de enige opdrachtgever is voor de schijnzelfstandigen. Naar de mening van Zelfstandigen Bouw voldoen dan ook de volgende oplossingen en maatregelen wel aan de beoogde duidelijkheid en zekerheid vooraf én aan een effectieve aanpak van schijnconstructies:
Als individuele zelfstandig ondernemer heb je eigenlijk geen of nauwelijks inspraak of invloed op de landelijke politiek. Met 10.000 bij ons aangesloten zelfstandigen in de bouw, is het mogelijk om in Den Haag een vuist te maken met eenduidig geluid. Hoe groter deze achterban, hoe meer invloed we kunnen uitoefenen. Jouw belang is ons werk.
De kans is groot dat er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) komt voor alle zelfstandigen in Nederland. Oorspronkelijk stond 2027 op de planning, maar de invoering lijkt mogelijk pas rond 2029. Er zijn zelf geluiden dat het UWV heeft aangegeven pas na 2029 de capaciteit heeft om de AOV-plicht uit te voeren Dat klinkt misschien als een ver-van-je-bed-show, maar als zzp’er in de bouw heeft dit zeer directe invloed op jou en je bedrijf. Het is goed om nu al na te denken over wat dit voor jou als zzp’er in de bouw betekent. Want wat als je langere tijd niet meer kunt werken door een ongeluk of ziekte? Wij leggen graag uit wat de verplichte AOV inhoudt en wat onze visie bij Zelfstandigen Bouw hierop is.
Vanaf 2025 gaat de Belastingdienst strenger controleren op schijnzelfstandigheid, en dit zorgt voor onrust onder zelfstandigen. De onzekerheid komt vooral door onduidelijke regels en communicatie vanuit de overheid. Maar hoe groot is het probleem echt, en moet jij als zzp’er in de bouw je zorgen maken? Wij zetten de feiten op een rij en leggen uit wat je moet weten.
Het regeerprogramma van kabinet Schoof brengt weinig verrassingen wat betreft de arbeidsmarkt en het zzp-beleid. Het voortzetten van bestaande hervormingen, zoals geïnitieerd door eerdere kabinetten, zet de koers vast op een pad waar zelfstandigen minder ruimte krijgen. Het kabinet richt zich sterk op meer vaste banen en het aanpakken van flexwerk en schijnzelfstandigheid. Hoewel Zelfstandigen Bouw de noodzaak erkent om kwetsbare werkenden te beschermen, missen wij specifieke oplossingen die aansluiten bij de realiteit van zelfstandige ondernemers in de bouwsector.